null
T600
Garantie
Scherpste prijzen
Veilig betalen
5 veelgemaakte fouten bij het installeren van een rookkanaal – en hoe u ze voorkomt

5 veelgemaakte fouten bij het installeren van een rookkanaal – en hoe u ze voorkomt

5 veelgemaakte fouten bij het installeren van een rookkanaal – en hoe u ze voorkomt

Inleiding

Het correct installeren van een rookkanaal is essentieel voor een veilige en efficiënte werking van uw kachel. Toch gaat het in de praktijk vaak mis, vooral bij doe-het-zelfprojecten. Een verkeerde montage of materiaalkeuze kan leiden tot rooklekkage, verminderde trek, condensvorming of zelfs brandgevaar. In deze gids leest u wat de vijf meest voorkomende fouten zijn bij het installeren van een rookkanaal – én hoe u deze eenvoudig voorkomt volgens de richtlijnen van NEN 2757 en EN 1856-1.

1. Verkeerde keuze tussen enkelwandig en dubbelwandig rookkanaal

Een veelgemaakte fout is het door elkaar gebruiken van enkelwandige en dubbelwandige buizen.

  • Enkelwandige kachelpijpen worden gebruikt binnen de woning, vanaf de kachel tot het punt waar het kanaal een bouwdeel doorbreekt.
  • Dubbelwandige geïsoleerde rookkanalen zijn verplicht zodra de buis door een muur, plafond, dak of buitenwand gaat.

Wie een enkelwandige buis buiten gebruikt, riskeert dat de rookgassen te snel afkoelen. Dit veroorzaakt condensvorming, teerafzetting en verminderde trek.

Advies: gebruik enkelwandige kachelpijp binnenshuis, en schakel daarna over op dubbelwandig geïsoleerd RVS zodra het kanaal door een constructie gaat. Zo blijft de temperatuur stabiel en het systeem veilig.

2. Onvoldoende afstand tot brandbaar materiaal

Een andere fout is dat het rookkanaal te dicht bij houten balken, plafonds of isolatiemateriaal wordt geplaatst. Dit verhoogt het risico op oververhitting en brand.

Volgens de NEN 2757-norm moet een dubbelwandig rookkanaal minstens 5 cm afstand houden van brandbare materialen. Bij enkelwandige buizen geldt een nog grotere afstand, 20cm.

3. Verkeerde richting van de verbindingen

Bij de montage van rookkanalen worden buisdelen soms omgekeerd geplaatst. Dit kan leiden tot het lekken van condensvocht waardoor de buitenzijde van de pijp wordt aangetast.

Advies: het smalle (mannelijke) deel van de buis moet altijd naar beneden wijzen, in de richting van de rookgasstroom. Wanneer het mannelijke deel van de pijp niet in de aansluiting van de kachel valt zal er een condensring/anti-condensadapter benodigd zijn.

4. Te veel bochten of ongunstige hoeken

Elke bocht in een rookkanaal vermindert de trek en verhoogt de kans op ophoping van roet of vocht.
Richtlijn: gebruik maximaal vier bochten van 45° per installatie.
Vermijd bovendien horizontale delen langer dan 50 centimeter.
Plan het traject dus zo recht mogelijk. Een recht rookkanaal zorgt voor een constante luchtstroom en voorkomt terugslag van rook in de richting van de kachel.

5. Onvoldoende bevestiging en stabiliteit

Een rookkanaal dat niet stevig is bevestigd, kan door trillingen of wind gaan bewegen. Dit kan leiden tot lekkages of scheuren in de verbindingen.

Advies:

  • Plaats minimaal elke 1-1,5 meter een muur- of wandsteun.
  • Gebruik brede klembanden en tuidraden bij hoge vrijstaande dakdoorvoeren (meer dan 1,5 meter boven het dak)

Een stabiele constructie voorkomt schade en waarborgt de brandveiligheid van uw rookgasafvoer.

Extra tip: onderhoud en inspectie

Een goed geïnstalleerd rookkanaal blijft alleen veilig als het ook goed wordt onderhouden. Laat het kanaal minimaal één keer per jaar reinigen en inspecteren door een erkende vakman. Zo voorkomt u verstoppingen, behoudt u de garantie en blijft uw systeem efficiënt werken.

Wilt u zeker weten dat uw installatie aan alle eisen voldoet?

Bekijk het assortiment dubbelwandige rookkanalen en montageaccessoires op Heating World en neem gerust contact op voor persoonlijk advies van onze specialisten

2025-10-30 Heatingworld

recente berichten